Verbouwen en vergunningen
Bouwadviesbureau M. van Dijk verzorgt biedt u betrouwbaar bouwadvies en vergunningen voor verbouwen en uitbouwen. Dat doen we door het bestaande pand nauwkeurig in te meten en de bestaande en nieuwe toestand op papier te zetten. We kijken naar het bestaande Omgevingsplan van de gemeente en de randvoorwaarden waar de verbouwing aan moet voldoen. En als u gaat verbouwen heeft u misschien meer vergunningen nodig dan alleen een bouwvergunning. Denkt u aan sloopvergunningen, splitsingsvergunningen, vergunningen brandveilig gebruik etc..
Inmeten bij verbouwen voordat u een vergunning aanvraagt.
Voordat de vergunning kan worden aangevraagd wordt het pand nauwkeurig ingemeten. Meestal kan dit handmatig worden gedaan maar bij grotere projecten is het zaak een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen dat lasergestuurd kan inmeten. De meetpunten worden daarna vertaald naar een bouwkundige tekening (bestaande toestand).
Verbouwen en vergunningen – de sloopmelding
Voor de verbouwing is slopen bijna altijd noodzakelijk. Is de verwachting dat meer dan 10m3 sloopafval vrijkomt, dan zal een sloopmelding zeker nodig zijn. Ook kan het zijn dat er een asbestinventarisatierapport moet worden opgesteld. Dit is vooral belangrijk bij panden gebouwd voor 1980 toen asbesthoudende bouwmaterialen nog gebruikt werden. Daarna kunnen de sloopmelding en de vergunningsaanvraag gelijktijdig worden ingediend. Wanneer u een monument gaat verbouwen dan is ook een werkomschrijving van de te veranderen onderdelen noodzakelijk.
Bouwbegeleiding bij verbouwen
Wanneer de sloopvergunning en de bouwvergunning afgegeven zijn, kan begonnen worden met slopen. Tijdens het proces van verbouwen worden foto’s gemaakt om het bouwproces vast te leggen. Ook worden vragen van de aannemer beantwoord en wordt gekeken naar de stand van het werk en de voortgang van het werk. Uiteindelijk zal bij de oplevering een rapport worden gemaakt met opleveringspunten die de aannemer nog in orde zal moeten maken.

Verbouwen, vergunningen en de omgevingswet
Of uw bouwplan vergunningsplichtig is in het kader van de op 1 januari 2024 ingevoerde Omgevingswet of alleen een melding voldoende is, hangt veelal af van de aard en de grote van de ingreep. Gaat u bijvoorbeeld draagconstructies aanpassen, de brandcompartimentering aanpassen, is het gebouw hoger dan 5 meter etc…, al deze voorwaarden zijn in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) vastgelegd (zie hieronder uitzonderingen op de vergunningsplicht).
Is de ingreep klein dan kan het zijn dat het niet vergunningsplichtig is maar is het wel mogelijk dat er een melding wordt gedaan. Is uw plan vergunningsplichtig (constructieve wijzigingen), dan moeten verschillende documenten aan het bevoegd gezag worden geleverd (bouwkundige tekeningen constructiegegevens en berekeningen). Betreft uw plan ook een uiterlijke verandering aan het bestaande gebouw, dan moet het bevoegd gezag ook toetsen op het bestaande Omgevingsplan en kijken of uw plan voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Verbouwen en bepalen of u wel een vergunning nodig heeft
Bij bouwen maakt u onderscheid in een technisch deel van het bouwen en een ruimtelijk deel van het bouwen. Zowel het technisch deel als het ruimtelijk deel van het bouwen kan vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn.
Er zijn 3 uitzonderingen op de vergunningplicht. De uitzonderingen in artikel 2.27 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (voorheen het Bouwbesluit). Deze betreffen het ’technische deel’ van het bouwen. In de praktijk zult u bijvoorbeeld bij de bouw van een dakkapel aan de straatzijde geen ’technische vergunning’ hoeven aan te vragen maar wel moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand (vergunning voor het ruimtelijk deel van het plan).
- het bouwwerk valt onder gevolgklasse 1 en is daardoor is de bouwactiviteit meldingsplichtig
- het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen van een bouwwerk waarbij de draagconstructie en de indeling in brandcompartimenten, subbrandcompartimenten of beschermde subbrandcompartimenten niet wijzigen
- het bouwwerk wordt uitgezonderd van de vergunningplicht:
- dakkapel
- dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak
- kozijn, kozijninvulling, gevelpaneel of boeideel, of stucwerk
- magazijnstelling niet hoger dan 8,5 m en die alleen steunen op de vloer van het gebouw waarin ze worden geplaatst
- zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of vijver
- antenne-installatie met bijbehorende opstelpunt voor de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten
- een zogenoemde ‘bouwwerk geen gebouw zijnde’, voor een infrastructurele of openbare voorziening. Dit bouwwerk moeten dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen
- bouwkeet, bouwbord, steiger heistelling, hijskraan, damwand, terreinverharding, terreininrichting of andere hulpconstructie
Meer over wat precies vergunningsplichtig is of niet leest u op de site van het informatiepunt Leefomgeving.

Verbouwen, Slopen en de sloopmelding
Het verbouwen van uw pand of woning begint veelal met slopen. Ook voor het slopen moet u in vele gevallen een sloopmelding doen bij het bevoegd gezag. Indien u meer dan 10 m3 sloopafval produceert of asbest gaat verwijderen is het aanvragen van een sloopvergunning een vereiste. Indien het vermoeden bestaat dat er mogelijk asbest moet worden afgevoerd, is het verstandig een asbestinventarisatieonderzoek te laten doen. Vooral bij verouderde woningen of kantoorpanden is dat een vast gegeven. De asbestinventarisatie moet gelijktijdig met de sloopmelding worden ingediend, bovendien is het noodzakelijk een slooptekening te maken. Het is verstandig om de sloopmelding tegelijkertijd met de aanvraag ‘technische bouwactiviteit’ in te dienen, vooral ook als er constructieve zaken worden aangepast of gewijzigd. U mag de bouwwerkzaamheden niet beginnen als u geen sloopvergunning heeft, ook niet als u de omgevingsvergunning voor het bouwen al eerder heeft ontvangen.
Waar wij u mee helpenWe bekijken of u een vergunning voor het bouwen nodig heeft en of u een sloopmelding en asbestinventarisatie nodig heeft. Beide aanvragen worden tegelijkertijd ingediend bij het bevoegd gezag. Ook wordt uw plan aan het Omgevingsplan getoetst. Mochten er twijfels bestaan over de inhoud van het Omgevingsplan, dan adviseren wij u om om een adviesaanvraag in te dienen.
